De vakbond FNV heeft onlangs een looneis van 7 procent voor 2025 aangekondigd, met als doel de koopkracht van werkenden te verbeteren. Deze eis komt ondanks de al eerder doorgevoerde loonstijgingen in veel sectoren. De vraag die intercedenten en uitzendbureaus zich nu stellen, is hoe deze looneis de branche beïnvloedt.
Waarom vraagt de vakbond om 7 procent loonstijging?
De vakbond stelt dat de inflatie van de afgelopen jaren de koopkracht van veel werkenden heeft aangetast. Hoewel eerdere cao’s de inflatiecorrectie hebben meegenomen, ziet de vakbond dit als een noodzakelijk vervolg. Dit om de koopkracht niet alleen te behouden, maar daadwerkelijk te verhogen. De focus ligt dit keer op bestaanszekerheid en het bieden van financiële ruimte voor werkenden.
Minimumloon naar 16 euro per uur
Naast de looneis streeft de vakbond naar een verhoging van het minimumloon naar 16 euro per uur, dat nu op 13,68 euro ligt. Deze stap zal voor uitzendbureaus en werkgevers betekenen dat de loonkosten voor uitzendkrachten stijgen, vooral voor functies die op of net boven het huidige minimumloon zitten.
Vierdaagse werkweek: nieuwe norm?
De vakbond heeft ook de wens geuit voor een standaard vierdaagse werkweek van 32 uur. Dit zou de balans tussen werk en privé moeten verbeteren en kan zelfs bijdragen aan een hogere productiviteit. Voor de uitzendbranche kan dit echter extra complexiteit opleveren. Uitzendkrachten die minder uren werken, kunnen mogelijk vaker gewisseld worden bij opdrachtgevers. Tegelijkertijd kan dit aantrekkelijk zijn voor bepaalde doelgroepen die flexibiliteit zoeken, zoals jonge ouders of parttimers.
Risico’s en uitdagingen
Werkgeversorganisaties zien risico’s in de hoge looneisen en kortere werkweek, vooral in sectoren waar de krapte op de arbeidsmarkt al groot is. Volgens hen kunnen dergelijke maatregelen de kosten voor arbeid verhogen. Dit zonder dat de productiviteit voldoende stijgt, wat op lange termijn de concurrentiepositie van bedrijven onder druk zet. Voor uitzendbureaus betekent dit dat zij goed moeten kijken naar hun kostenstructuur en de gevolgen van deze veranderingen. Het is belangrijk om in gesprek te blijven met zowel opdrachtgevers als werknemers om de impact van deze eisen op lange termijn te managen.
Wat betekent dit voor de uitzendbranche?
Een looneis van 7 procent heeft directe gevolgen voor de uitzendbranche. Voor uitzendbureaus betekent dit dat de tarieven voor klanten waarschijnlijk omhoog moeten om de hogere loonkosten te kunnen dekken. Dit kan leiden tot een stijging in prijzen voor klanten, maar ook druk zetten op de marges van uitzendbureaus die met vaste contracten werken. Intercedenten moeten zich voorbereiden op gesprekken met opdrachtgevers over het doorrekenen van hogere kosten. Het is belangrijk om duidelijk te communiceren waarom deze verhogingen nodig zijn en hoe dit invloed heeft op het beschikbaar houden van gekwalificeerd personeel.
Wat kunnen intercedenten doen?
Intercedenten spelen een belangrijke rol bij het vertalen van deze veranderingen, naar zowel opdrachtgevers als flexwerkers. Het is van belang om goed voorbereid te zijn op vragen en bezwaren, die kunnen voortkomen uit de looneisen en de mogelijke invoering van een vierdaagse werkweek. Handelen en duidelijke communicatie kunnen helpen om de juiste balans te vinden tussen kosten, beschikbaarheid van personeel en klanttevredenheid.
Het bericht Looneis van 7 procent in 2025: Wat betekent dit voor de uitzendbranche? verscheen eerst op Flexupdate.